Schematherapie

Schematherapie is een vorm van therapie die is bedoeld voor mensen met langdurige psychische klachten, zoals langdurige angst. Tijdens schematherapie leer je om negatieve patronen te herkennen en te veranderen. Je leert wat je nodig hebt om op een helpende manier naar jezelf, anderen en de wereld te kijken. Dit kan ertoe leiden dat je beter gaat functioneren in het dagelijks leven, in contact met jezelf en in je relaties. Wat zijn schema’s precies? Ieder mens denkt op een bepaalde manier over zichzelf en anderen. Soms kunnen deze opvattingen heel hardnekkig en hinderlijk zijn. Dan kunnen ze het dagelijks leven van mensen negatief beïnvloeden.

Wat zijn schema’s?

Schema’s zijn denkbeelden over jezelf, anderen en de wereld. Deze denkbeelden ontstaan in je jeugd. Je schema’s kan je zien als een bril waardoor je naar de wereld kijkt. Iedereen heeft zijn eigen schema’s. Zowel positieve als negatieve. Schema’s worden in de vroege jeugd gevormd door een combinatie van je temperament (karakter), levenservaringen en het contact met mensen die belangrijk voor je zijn. Bijvoorbeeld met je ouders, leraren of vrienden. Hiernaast volgen een aantal voorbeelden.

Lisette groeide op met ouders die erg beschermend en controlerend waren. Zij regelden en bepaalden bijna alles voor Lisette. Op alles wat Lisette deed, hadden ze kritiek. Hierdoor leerde Lisette dat zij zelf niet goed in staat was om dingen te regelen of te bereiken, en dat zij hier anderen voor nodig had. Zij ontwikkelde het schema “afhankelijkheid”. Het schema vertelt haar: “Je kan in je eentje niks goed doen, je hebt altijd de hulp en advies van andere mensen nodig. Je kan er niet alleen voor komen te staan”.

Kees groeide op met een oudere broer en zus, die het erg goed deden op school en met sport. Kees was meer praktisch ingesteld en niet zo sportief. Thuis werden er veel complimenten gemaakt aan zijn broer en zus, en bijna nooit aan hem. Op school was hij stil en durfde niet veel te vragen uit angst iets verkeerds te zeggen. Hij ontwikkelde het schema “minderwaardigheid”. Zijn schema vertelt hem: “Wat je ook doet, je bent nooit goed genoeg”.

Salima groeide op met een moeder die erg angstig was. Zij waarschuwde Salima voortdurend voor allerlei gevaren en alles wat er kon gebeuren. Ook werd zij boos als Salima een keer onvoorzichtig was. Salima leerde dat de wereld gevaarlijk was en dat zij niet goed in staat was om hiermee om te gaan. Zij ontwikkelde het schema “kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar”. Het schema vertelt haar: “Waar je ook bent, er kan altijd iets engs gebeuren. De wereld is een hele gevaarlijke plek”.

Wat zijn modi?

Als een schema wordt geactiveerd, kun je hierop reageren met een bepaalde gemoedstoestand (een modus, meervoud: modi). Een modus is de combinatie van je gevoelens, gedachten en gedrag op één bepaald moment. Iedereen heeft gezonde modi en ongezonde modi. Ongezonde modi kunnen je erg in de weg gaan zitten. Hiernaast volgen een aantal voorbeelden.

Lisette was erg onzeker in haar puberteit. Zij begon te piekeren en te twijfelen, vanuit de angst om iets verkeerd te doen. Sindsdien vraagt ze bij elke keuze die ze moet maken geruststelling of goedkeuring aan anderen. Dit doet zij als volwassene nog steeds, wat voor problemen op haar werk en in haar relatie zorgt. Deze modus noemen we de “geruststelling en erkenning zoeker

Kees kreeg vroeger nauwelijks complimenten, terwijl zijn ouders wel veel complimenten gaven aan zijn broer en zus. Als volwassene zegt hij vaak tegen zichzelf “je doet het niet goed genoeg”. Deze modus noemen we de “veeleisende ouder modus”.

Als Salima iets leest in de krant over een mogelijk gevaar, bijvoorbeeld een oorlog in het buitenland, probeert zij alles hierover uit te zoeken om zich hier alvast op voor te bereiden. Het uitgebreid uitzoeken van hoe zij met gevaarlijke situaties moet omgaan, is de “dwangmatige overcontroleerder” modus van Salima.

Wat leer je tijdens schematherapie?

Tijdens schematherapie leer je om je ongezonde schema’s en modi te herkennen en te veranderen naar gezonde schema’s en modi. Gezonde schema’s en modi zorgen ervoor dat je op een gezonde manier met (moeilijke) situaties kan omgaan en beter kan aangeven wat je nodig hebt. Schematherapie bij angststoornissen houdt ook in dat je situaties aangaat die je spannend vindt (exposure). Ten slotte leer je om goed voor jezelf en anderen te zorgen. Hiernaast volgen een aantal voorbeelden.

Veel mensen vinden het in het begin lastig om schematherapie te begrijpen. Dit komt doordat je veel nieuwe begrippen leert, zoals “schema’s” en “modi”. Tijdens de therapie zal je therapeut uitgebreid de tijd nemen om schematherapie uit te leggen. Maak je dus geen zorgen als je na het lezen van deze uitleg niet alles begrijpt. Dit is bij veel mensen zo en het kost soms wat tijd voordat alles op zijn plek valt.

Lisette leerde in de schematherapie om zelf beslissingen te nemen, zonder goedkeuring te vragen van een ander. In het begin was dit heel spannend voor haar, maar ze merkte dat ze met hulp van haar therapeut steeds meer zelfvertrouwen kreeg.

Kees leerde in de schematherapie om minder streng te zijn voor zichzelf. Hierdoor leerde hij zichzelf te accepteren zoals hij is, waardoor hij minder angstig werd.

Salima leerde in de schematherapie dat zij door haar ervaringen vroeger het risico op gevaar overschatte. Ze leerde om zich niet meer voor te bereiden op mogelijke rampen in de toekomst. In plaats daarvan leerde zij haar aandacht te richten op wat in het hier en nu belangrijk voor haar is. Als ze nu iets in de krant leest, lukt het haar om rustig te blijven en om het gevaar niet meer te gaan uitpluizen.

Vragen over schematherapie?

Mocht je alvast vragen willen stellen over schematherapie, dan kan je het PADOLA onderzoeksteam, Anna Muntingh (Klinisch Psycholoog) of Bibi Schut (psycholoog) bereiken via deze contactgegevens:

Het PADOLA onderzoeksteam: T 020 4447150; Email: padola@amsterdamumc.nl